Waarom een luchtpomp gebruiken?
Luchtpompen dragen bij tot het vijverevenwicht.
Ze zorgen voor een betere zuurstofuitwisseling en dat is levensnoodzakelijk voor het waterleven. De opborrelende belletjes zijn ook erg mooi om zien.
Luchtpompen zijn van belang in winter en zomer. In de winter zorgen de opstijgende luchtbelletjes er voor dat er een wak blijft waarlangs schadelijk gassen uit de vijver kunnen ontsnappen. Schadelijke gassen, die bij een gesloten ijsdek gevangen blijven onder de ijslaag zijn trouwens de voornaamste oorzaak van sterfte bij vissen en amfibieën in de winter. Wanneer er een wak in het ijs openblijft heb je dit probleem niet.
Je hangt de uitstroomsteen of -stenen van de luchtpomp in de winter zo’n 30 à 40 cm onder het wateroppervlak, niet dieper want dan gaan de onderste waterlagen (die bij grote koude juist het warmst zijn) vermengd worden met de bovenste. Op deze manier hou je altijd een wak, ook als het vele graden onder nul vriest. De lucht moet immers weg.
Ook in de zomer zullen de vissen wel varen bij de aanrijking met zuurstof. Een luchtpomp met uitstroomsteentjes zal zeker zijn diensten bewijzen bij heet weer.
Water bevat veel minder zuurstof dan lucht en hoe warmer het water, hoe lager het zuurstofgehalte. En dan is er ook nog de invloed van de atmosferische druk. Die daalt tijdens onweer, en dat betekent weer minder zuurstof in het vijverwater.
Het is daarom dat veel zuurstofbehoeftige vissen, zoals steur en winde, vaak het loodje leggen in volle zomer. Vijvers waar deze soorten vissen in huizen moet zeker voorzien zijn van een luchtpomp.
Je voorziet best minstens een debiet van 150 liter lucht/uur per 1000 liter vijverwater. Dat is echt een minimum. De luchtpomp staat naast de vijver (droog) en liefst onder een of ander afdakje (een omgekeerde emmer bijvoorbeeld). De pomp staat best boven het waterniveau, dit om te vermijden dat de slang gaat fungeren als sifon op het moment dat de pomp niet werkt (stroomonderbreking). Als dat niet mogelijk is voorzie je een anti-retour in de luchtslang en leg je de luchtslang ook nog eens in een lus. Aan het uiteinde van de luchtslang komt een luchtuitstroomsteen die je in de vijver hangt.
De meest aan slijtage onderhevige onderdelen van de luchtpomp zijn de rubbermembranen. Kijk deze zeker na wanneer de pomp minder debiet begint te geven. Je kan ze meestal zonder problemen zelf vervangen door nieuwe van hetzelfde type.